donderdag 28 oktober 2021

ODE AAN DE MESTKEVER


 In navolging van Pindarus (grondlegger van het genre die odes dichtte over Olympische atleten) en Neruda (die zijn odes opdroeg aan levende en dode materie en/of abstracte begrippen zoals 'ode aan de frietjes - https://www.youtube.com/watch?v=MdCapo49ONA - of aan de ajuin'), draag ik graag dit soort gedicht op aan het liefste en nuttigste beestje der Blaubergse bossen: de MESTKEVER.

O Scarabeus Sacer,

Heilige pillendraaier,

Beschermeling

Van weiland en darmflora der herbivoren.

Met je pluizige poten en je bolle pantser            

Glijd je zonder gedraal                                              

Over stof en steen,

Boor je door alle mest en aarde heen

Een kraamkliniek voor je larven.

 

O Scarabeus Sacer,

Gevleugelde taxi der parasieten,

Liefhebber van paardenvlaaien.

Met de melkweg als GPS

Ben je steeds op één baan in de bres

Wars van alle concurrenten.

 

O Scarabeus Sacer,

Gepantserde bode uit zuiderse oorden.

Ook  al schopte je het maar

Tot strontjutter van deze binnenlandse bossen,

Jouw taak is voedzaam, vruchtbaar

En voorzienend,

Dat wisten de oude Egyptenaren al.

 

Dus ruim baan voor deze minzame baanruimer,

Poepschepper of puttekees,

Want zuiverder kan het haast niet

Zonder deze doorluchtige, dartelende

Strontschuimer in’t verschiet.


dinsdag 12 oktober 2021

GEDICHT: PARADIJS


Se dice que el paraíso es un viaje, no un destino

pero contigo se parece al revés.


Het paradijs is een reis

geen eindbestemming, zegt men.

Maar met jou wederom in het verschiet 

als een goeie wijn die de tijd

jaren rijpen liet

Lijkt het tegengestelde troef.








maandag 11 oktober 2021

donderdag 26 augustus 2021

CATEGORIE 'FOU ET CINGLE'

In het dorp, pardon, de stad Aarschot, loopt er al een tijdje een zelfgekroonde prins rond met Jezus-allures. De knappe vogel zet zich op banken met de pancarte ‘Wat als?’. In kleurrijk circusgewaad probeert hij zo voorbijgangers te lokken voor een zelfverzonnen variant van de teloorgegane christelijke boodschap. Of iets dat daarop lijkt. In een enkele artistieke bui waagt ie zich ook wel eens aan gitaarspel, weliswaar van de cumbaya-achtige soort, maar met het hart op de tong. Het liefst spreidt hij deze talenten tentoon voor het pas gerenoveerde nagelnieuwe gemeentehuis, pardon, stadhuis van Gwendolyn Rutten, tijdens marktdag, wanneer de vrouwelijke goegemeente, pardon, het gerokte stadsvolk, nog eens feesten gaan mag. Wekelijks weet hij zo wel een paar dames te strikken in zijn baard van sierlijke nonsens alla: ‘Wat als het morgen eens minder goed gaat?’,'lesbischen zijn des duivels’,‘zal ik u mijn liefde voor u eens laten voelen?’ of nog ‘Salomon was zo’n domme nog niet, die vocht tenminste nog tot bloedvergietens toe voor de christelijke zaak’. Tot zijn potentiële volgelingen keer op keer geheel onthutst afdruipen, nog verblind door zijn aantrekkelijke archaïsche uitstraling.

Nu was ik afgelopen zondag reeds bij het krieken van de dag op wandel, omwille van mijn nieuwe grote liefde: een geadopteerde Hongaarse straathond. Stond vader apostel ook alreeds eenzaam maar zelfzeker langs de Demer op wacht, deze keer in wit Romeins gewaad en een pancarte met een rood hart erop. Wederom had je als onschuldige passant gedacht dat er in de buurt een film gedraaid werd over het leven van de Heilige man, of vader Jozef, ware het niet dat er in de verste verte geen cameraploeg te bespeuren viel.

Deze keer verkoos ik ervoor, niet gespeend van enige zondag-heiligedag-wroeging, om toch in een boog rond hem heen te lopen, ook al was de straat benevens wat slierten ochtendnevel omzeggens nog maagdelijk leeg. En dit om twee redenen: ten eerste had ik geen zin dat mijn honden hun gebruikelijke concert ten berde zouden brengen aan de nog slapende apostelen van Gwendolyn Rutten, en ten tweede had ik geen zin om het onderwerp van ‘s mans liefdevolle zondagspreek te worden, bij gebrek aan wakkere co-discipelen op straat. Ik betrapte er mezelf bovendien op dat ik hem voortaan helemaal in het categorietje ‘fou et cinglé’ zou stoppen, dat mijn collega van de Ambassade van Parijs ooit speciaal had ontworpen voor nonsensbrieven van dergelijke gaga’ers. Wie loopt er nu immers nog rond in apostelkledij anno 2021… ?!?

Welhaast was ik de hoek van de straat om, tot ik bemerkte dat ik die ochtend een Maria-achtige rok met dito sjaal had aangetrokken van blauw satijn. Ik keek nog even schuldbewust achterom en zag dat ie zijn pankarte omdraaide, waar deze keer een groot vraagteken op verscheen. 

donderdag 8 april 2021

ZORRO (Nominatie Elly Blom Poëziewedstrijd, 2018)





 
Dáár, op dat vierkante zorrodak,
ging je me snorren met je sabel.
Onverveerd wedijverend met de zon himself,
want die was mannelijk, zo bleek.
 
Búren wáren er vast wel, maar die déden er niet toe,
want jij was lekker (en) van mij. 
Wij wáren al één al van vóór we het dak opklommen,
al van toen we in crescendo door het rood licht
reden (nog aangekleed),
al van toen we samen kotsten tijdens de dodentocht vol
haarspeldbochten, kakkerlakken en quasi-overvallen,
op een bevreemdend bevrijdende mix van
Beatles, Beethoven en reggaetonbolero's,
op weg naar het Slot van Sir Edward James.
Ja, wij wáren al één want wij leefden enkel op liefde en water,
de rest kwam 
later (ook mijn bagage).
 
Dan, vóór de thee met je moeder,
één leuningloze trap en vliegenraam lager,
toch maar snel nog een douche,
met onze billen tegen een vooroorlogse boiler, die
meer weghad van een crematorium-oven.
  
Tenminste, als er lucifers waren geweest.

vrijdag 31 juli 2020

#PINCHMYTITIES

 

Als het gebrek aan (artistieke) me-time noodzakelijkerwijze weer even chronisch wordt, red ik me daaruit door me bezig te houden met iets minder verheven doch bijna even leuke spelletjes. Zoals bijv. pseudoniemen bedenken om op te geven aan de nogal opdringerige Starbucks-Barmannen (in casu: Gare du Nord) die steeds naar je voornaam vragen. Dat gaat dan zo ongeveer: 
"Hoe heet u?"
"Pardon?"
"Votre nom svp, pour écrire sur le gobelet?"

"Ah, vous pouvez mettre #Pinchmytities".

Mogelijke variaties op het thema: "#Suckmydick, #Madonna'sgottheblues, #EatPrayandLove, #Yeswehavenobananas, #WhydoesithurtwhenIPie?", "#Satangavemeataco", #JesusChryslerDrivesaDodge, #NowIWannaSnifSomeGlue en waarom ook niet: "PsychiatricExplorationsoftheFetusWithNeedles"?

 


dinsdag 2 juni 2020

LIJZIG IJZER


Ik die de was ophang
Hij die de was uitdoet
en   s  t r  ij  k   t (!)
langs de blik van zijn
nieuwsgie-   rig-   heid.

Met één enkele beek die ons
scheidt
verlicht de zon al de lakens o                                d.


Eerst doet hij de bloeses
Dan hang ik de lijfjes -gelukkig
zijn er heden geen onderbroeken bij!- maar volgt er teder
cashmere   .  .   .    .   .   .   .  .

Ik vlij me gedwee op de PLANK===> van zijn verlangen
dat ik al bergen wil
in míjn liefdeslades.
En laat me po- lijs-  ten door zijn lijzige strijkros,
van  k o p  tot  teen.


Totdat zij luidkeels roept:
Komen  e  e e  -  t e n !!!   

vrijdag 29 mei 2020

Hoe maak ik een rebels mondmasker in 5 stappen?

De voordelen: 

- Vrijheid van meningsuiting, waar je ook bent.   
- Zelfs zónder woorden en mét de nodige social distance blijft
er een minimale connectie met je omgeving gegarandeerd.



zondag 17 mei 2020






























Nav een Limerick-ketting van deelnemers uit de VRT-Taalgroep op FB.

Een limerick is een dichtvorm van 5 regels met een vrij strak metrum: twee regels met drie amfibrachen ( ), twee regels met een amfibrachys en een jambe ( —) en afgesloten door weer een regel met drie amfibrachen. Het rijmschema is aabba.

In de eerste regel wordt (meestal) een persoon of dier geïntroduceerd met een plaatsnaam die meestal gekozen wordt vanwege het rijm. Voorts heeft een limerick vaak humoristische of dubbelzinnige inhoud. De laatste regel is de clou.